Home cantates varia biografie


Cantate-teksten (met vertalingen), toelichtingen, preken

- Voor biografische gegevens verwijs ik u naar mijn Bach-pagina.
- Over de uitvoering die Bach zelf voor ogen stond (hoeveel zangers, instrumenten etc...) heeft hij in 1730 een memo opgesteld ("wohlbestallte Kirchen Music"). Helder en concreet: origineel en vertaling: Als ik dit lees: in elk geval voor elke zangstem/partij 1 zanger met solistische kwaliteit, plus een meezinger (ripienist). 4 per stem zou ideaal zijn, maar 'illusoir'. NB: dat is Leipzig. In Weimar was het (ook qua ruimte boven in de 'Himmelsburg' ) : one voice per part. Maar vorm gerust zelf uw mening, en laat ook muzikale argumenten/mogelijkheden meespelen... Geen monarchaal totalitair denken in de muziek, a.u.b.
- Bach's aantekeningen in de Calov Bijbel kunt u hier lezen, inclusief duiding en context: de Calov-bijbel

 

Theological background

Elke Axmacher, Martin Petzoldt, Renate Steiger did fundamental research on the texts Bach used embedded in the theology and spirituality of his days. I summarised/translated some of their findings:

- Saint Matthew's Passion: opening chorus, aria's. Text and imagery derived from/linked to devotional literature in Bach's world (Heinrich Müller, Olearius, Herberger, Franck).
- In the form of an essay: Going to Church with J.S. Bach (depicting the spiritual world of the Bach cantatas).

- Bach's Bible (ed. Calov). De relevante passages getranscribeerd, inclusief de context in de Calov-Bible: Bijbelgedeelte, hoe werd dat toen geïnterpreteerd, wat zegt Calov (meestal Luther) daarover en waarom triggerde het Bach? Calov-short in English

 

Algemene inleiding op de cantates vindt u hieronder in het Nederlands en het Frans

 

Cantate toelichtingen

soms musicologisch-historisch, soms theologisch-historisch, soms met homilie (meestal afkomstig van de Bach-cantatediensten in de Norbertus).

  • BWV 2 : Ach Gott, vom Himmel sieh darein (NL-vertaling)

  • BWV 4: Christ lag in Todesbanden

  • BWV 6 : Bleib bei uns, denn es will Abend werden

  • BWV 10 : Meine Seele erhebt den Herren

  • BWV 18 : Gleichwie der Regen und Schnee vom Himmel fällt (NL-vertaling)

  • BWV 29 : Wir danken dir Gott (inhuldiging barokorgel St. Norbertus)

  • BWV 32: Liebster Jesu mein Verlangen (concerto in dialogo)

  • BWV 34 : o Ewiges Feuer! o Ursprung der Liebe

  • BWV 42 : Am Abend aber desselbigen Sabbats

  • BWV 51: Jauchzet Gott in allen Landen

  • BWV 54: Widerstehe doch der Sünde

  • BWV 56:  Ich will den Kreuzstab gerne tragen

  • BWV 57 : Selig ist der Mann - dialogus

  • BWV 59 : Zie BWV 74

  • BWV 61 : Nun komm, der Heiden Heiland

  • BWV 62 : Nun komm, der Heiden Heiland

  • BWV 63 : Christen, ätzet diesen Tag (Kerstmis)

  • BWV 66 : Erfreut euch, ihr Herzen (Pasen)

         - BWV 66a: Verjaardagscantate Leopold 
  • BWV 67 : Halt im Gedächtnis

  • BWV 70a : Wachet, betet (versie  2021)

  • BWV 74 : Wer mich liebet, der wird mein Wort halten

  • BWV 75 : Die Elenden sollen essen (Bach in Leipzig)

  • BWV 78 : Jesu, der du meine Seele

  • BWV 80 : Ein feste Burg

  • BWV 82 : Ich habe genug (‘Maria Lichtmis’)

  • BWV 84 : Ich bin vergnüget mit meinem Glücke

  • BWV 85 : Ich bin ein guter Hirt

  • BWV 88 : Siehe, ich will viel Fischer aussenden

  • BWV 93 : Wer nun den lieben Gott lässt walten

  • BWV 94 : Was frag ich nach der Welt!

  • BWV 97 : In allen meinen Taten

  • BWV 99 : Was Gott tut das ist wohlgetan

  • BWV 103 : Ihf werdet weinen und heulen (Ziegler)

  • BWV 104 : Du Hirte Israels, höre

  • BWV 106 : Gottes Zeit ist die allerbeste Zeit (Actus Tragicus)

  • BWV 111: Was mein Gott will, das gscheh allzeit

  • BWV 112 : Der Herr ist mein getreuer Hirt

  • BWV 113 : Herr Jesu Christ, du höchstes Gut (tekst,vertaling)

  • BWV 127 : Herr Jesu Christ, wahr' Mensch und Gott

  • BWV 131 : Aus der Tiefen

  • BWV 132 : Bereitet die Wege

  • BWV 137 : Lobet den Herrn

  • BWV 139 : Wohl dem der sich auf seinem Gott vertraut

  • BWV 140 : Wachet auf ruft uns die Stimme

  • BWV 147a: Herz und Mund... toelichting
    BWV 147a: reconstructie adventscantate.

  • BWV 153 : Schau lieber Gott, wie meine Feind

  • BWV 155 : Mein Gott, wie lang, ach lange..

  • BWV 169 : Gott soll allein mein Herze haben (NL-vertaling)

  • BWV 170: Vergnügte Ruh, beliebte Seelenlust

  • BWV 173 : Erhöhtes Fleisch und Blut

  • BWV 180 : Schmücke dich o liebe Seele

  • BWV 182 : Sei willkommen, Himmelskönig

  • BWV 187 : Es wartet alles auf dich (in English)

  • BWV 213/214 (als 'parodie' in Weihnachtsoratorium)

  • BWV 227 : Jesu, meine Freude (D-NL)

 

Algemeen

 

Cantates

algemene inleiding

Naast de grote Passies die J.S. Bach heeft geschreven voor Goede Vrijdag, heeft hij ook – aldus de necrologie die na zijn overlijden in 1750 verscheen   5 complete jaargangen kerkmuziek voor alle zon- en feestdagen geschreven, de zogeheten ‘cantates’ (= 'zangstuk' met een libretto gekenmerkt door afwisseling van recitatieven en aria's , uitvoering door zangers en instrumentisten, ontstaan als werelds divertissement, maar sinds begin 18de eeuw ook in de Lutherse kerk in zwang gekomen. Drukt het klassieke 'motet' weg). Als dit correct is (zelf betwijfel ik dit, maar dat zou hier tever voeren), dan zou ongeveer 2/3 hiervan overgeleverd zijn (een kleine 200 stuks), meestal in manuscript. Deze productie van kerkmuziek begon bij zijn aanstelling als ‘cantor van de Thomasschool’ en ‘muziekdirecteur van de stad’ in 1723. Na 1728 schrijft Bach enkel nog incidenteel een cantate. [Hij heeft dus in de eerste 5 jaren een 'stock' cantates aangelegd, waaruit hij nadien kan putten. Velen zijn dus meerdere malen uitgevoerd. Daarnaast kon hij ook nog putten uit een aantal cantates die hij pre-Leipzig al had gecomponeerd (m.n. in Weimar).
De cantate sloot aan bij en werd uitgevoerd na de Evangelielezing van de zondag (elke zondag had z'n vaste Schriftlezingen). Ze werd gevolgd door de preek. Het was dus de muzikale bijdrage aan de Schriftuitleg, want dat is de bedoeling van deze liturgisch kunstvorm, die in de 18de eeuw zo’n hoge bloei heeft bereikt: een muzische meditatie leveren bij de lezing van de zondag, een gezongen preek. De inhoud ervan verwoordt niet Bach's geloof, maar dat van de gemiddelde gelovige in Leipzig. De uitvoerders waren de knapen (jongens, jongemannen) van de Thomasschool. Zij stonden in voor zowel de zang als de instrumenten, eventueel aanvulbaar met stadsmuzikanten en/of liefhebbers uit de burgerij, passerende virtuozen (op bezoek bij Bach), inwonende leerlingen van Bach, etc...

Elke zondag van het kerkelijk jaar klonk deze muziek in Leipzig in één van de twee hoofdkerken (Nicolaikerk of Thomaskerk - op hoogdagen s'ochtends in de ene kerk, s'namiddags in de ander), uitgenomen de vastenperiodes voor Kerstfeest (Advent) en Pasen (de Vasten). De Lutherse traditie hield dus vast aan de oude traditie dat 'het orgel dient te zwijgen' (tacet)  en er geen Figuralmusik (kunstige muziek) meer mocht klinken. De laatste zondag-met-cantate voor de vasten was de 7de zondag voor Pasen (zondag ‘Quinquagesima’ (= de vijftigste, nl. dag voor Pasen). Na deze zondag was het dus soberheid troef in Leipzig, idealiter een tijd van inkeer en boete als voorbereiding op Pasen... en voor een cantor/muziekdirecteur met ambitie plots een zee van tijd om eens met iets bijzonders uit te pakken als die periode voorbij is: een reeks hybride kerstcantates die we nu het Weihnachtsoratorium noemen, of een combinatie van koren/aria's met de klassieke passie-lezing op Goede Vrijdag : de Passionen. Die konden ze zowaar eens repeteren vooraf ! Iets wat er meestal niet of nauwelijks van kwam, omdat er in de rest van het liturgisch jaar gewoon geen tijd voor was.

 

wilt u meer achtergrond, die kunt u hier lezen [evocatie: een cantate van zero tot uitvoering in 1 week]

 

Introduction générale

Parallèlement aux grandes Passions que J-S Bach a écrites pour le Vendredi Saint, il a également écrit- selon la nécrologie parue après son décès en 1750 - de la musique d’église pour tous les dimanches et jours de fête de cinq cycles annuels: ce sont les cantates. Environ 2/3 de ce corpus de composition a survécu - près de 200 pièces - la plupart sous forme de manuscrits. Cette production commença avec son installation comme ’cantor de l’école St Thomas’ et ‘directeur de la musique de la ville’ en 1723. La cantate était exécutée après l’évangile et avant la prédication. C’était la participation de Bach à l’explication des Écritures, car là était bien le but de cette forme artistique qui a connu au 18ème siècle un développement brillant: une présentation méditative musicale proche de la lecture du dimanche, une prédication chantée.
Lors de chaque dimanche de l’année liturgique cette musique résonnait dans l’une des deux église (St Nicolas ou St Thomas), les longues périodes exceptées qui précèdent la Noël (Avent) et Pâques (Carême). La tradition luthérienne a donc perpétué l’ancienne tradition selon laquelle l’orgue doit se taire et aucune ‘Figuralmusik’ (musique artistique) ne peut résonner.
Le dernier dimanche-avec-cantate avant le Carême était le 7ème dimanche avant Pâques, dimanche de la Quinquagésime ( 50ème jour avant Pâques). Après ce dimanche il y avait donc une soudaine sobriété à Leipzig, idéalement un temps pour l’introspection et la pénitence en préparation à la Pâques… et pour un cantor/directeur de la musique, habité par une certaine ambition, brusquement un large espace de temps pour réaliser quelque chose de spécial pour la suite de cette période: une série de cantates liturgiques que nous appelons à présent Oratorio de Noël, ou un regroupement hybride de lectures de la passion: ce sont les Passions. Cette période permettait en effet de programmer les répétitions nécessaires à une préparation en profondeur, le reste de l'année liturgique ne laissant pratiquement pas de temps pour cela.

 

u


Dick Wursten (dick@wursten.be)