Handtekening van Johann Sebastian Bach

Cantate-teksten (met vertalingen), toelichtingen, preken

complete Nederlandse vertaling van de Mattheuspassie en Johannespassie

Een algemene inleiding op de cantates vindt u hieronder in het Nederlands en het Frans. Voor biografische gegevens verwijs ik u naar mijn biografische pagina (Chr. Wolff). Over de uitvoering die Bach voor ogen stond (hoeveel zangers, instrumenten etc.) heeft hij in 1730 een memorandum opgesteld ("wohlbestallte Kirchen Music"). Hier lijst hij op wat hij nodig heeft om de 4 kerken, waar meerstemmige muziek moet klinken te kunnen bedienen: Thomaskerk, Nikolaikerk (bij toerbeurt cantate), Nieuwe Kerk (motetten) en Peterskerk (eenvoudige meerstemmige koralen). Dat is Leipzig. (oh ja, de zangers (4 solisten, of 2x4) stonden altijd voor de instrumentisten en zongen ook de koralen. In Weimar was boven in de slotkapel (de 'Himmelsburg') enkel plaats voor solisten en enkele instrumenten. Voor uw uitvoering: muzikale argumenten/mogelijkheden zijn altijd doorslaggevend (maar wel graag 'historically informed' please. Over de theologische achtergrond hebben Elke Axmacher, Martin Petzoldt, Renate Steiger fundamenteel onderzoek gedaan. Volledig ingebed in de theologie/spiritualiteit van toen. I summarised/translated some of their findings:

Cantate toelichtingen

soms musicologisch-historisch, soms theologisch-historisch, vaak met homilie (meestal afkomstig van de Bach-cantatediensten in de Norbertus).

Andere religieuze/kerkelijke muziek

  • BWV 213/214 (als 'parodie' in Weihnachtsoratorium) BWV 227 : Jesu, meine Freude (D-NL)
  • BWV 232 : de Hohe Messe. Korte beschouwing.
  • BWV 243 : Het Magnificat. Achtergrond en vertaling.
  • BWV 244 : De Matthäuspassion - vertaling (compleet).  Voor detailonderzoeken: https://bach-studies.wursten.be
  • Hoe Mendelssohn de Mattheuspassie herontdekte
  • Where did Picander find his inspiration for the libretto of Saint-Matthew's Passion>: opening chorus, arias, linking the text and imagery to devotional literature polular in Bach's world (Heinrich Müller, Olearius, Herberger, Franck). [research Elke Axmacher]
  • BWV 245 : De Johannespassion - vertaling (compleet) met beknopte toelichting
  • BWV 248 : Het Weihnachtsoratorium? 6 cantates voor het hoogfeest van Kerst! Enkele observaties bij het Weihnachtsoratorium, m.n. over de originele zes cantates en hun wereldse 'Vorlagen': BWV 213 en BWV 214.
  • BWV 249 : Het Paasoratorium , hoe een idyllische pastorale (herders, schapen) muziek leverde voor het grootste mysterie des geloofs. (in English)
  • BWV 1083 : Tilge, Höchste - Pergolesi's Stabat mater dolorosa
  • Algemeen

    Cantates

    algemene inleiding

    Naast de grote Passies die J.S. Bach heeft geschreven voor Goede Vrijdag, heeft hij ook - aldus de necrologie die na zijn overlijden in 1750 verscheen - 5 complete jaargangen kerkmuziek voor alle zon- en feestdagen geschreven, de zogeheten 'cantates' (= 'zangstuk' met een libretto gekenmerkt door afwisseling van recitatieven en aria's , uitvoering door zangers en instrumentisten, ontstaan als werelds divertissement, maar sinds begin 18de eeuw ook in de Lutherse kerk in zwang gekomen. Drukt het klassieke 'motet' weg). Als dit correct is (zelf betwijfel ik dit, maar dat zou hier tever voeren), dan zou ongeveer 2/3 hiervan overgeleverd zijn (een kleine 200 stuks), meestal in manuscript. Deze productie van kerkmuziek begon bij zijn aanstelling als 'cantor van de Thomasschool' en 'muziekdirecteur van de stad' in 1723. Na 1728 schrijft Bach enkel nog incidenteel een cantate. [Hij heeft dus in de eerste 5 jaren een 'stock' cantates aangelegd, waaruit hij nadien kan putten. Velen zijn dus meerdere malen uitgevoerd. Daarnaast kon hij ook nog putten uit een aantal cantates die hij pre-Leipzig al had gecomponeerd (m.n. in Weimar). De cantate sloot aan bij en werd uitgevoerd na de Evangelielezing van de zondag (elke zondag had z'n vaste Schriftlezingen). Ze werd gevolgd door de preek. Het was dus de muzikale bijdrage aan de Schriftuitleg, want dat is de bedoeling van deze liturgisch kunstvorm, die in de 18de eeuw zo'n hoge bloei heeft bereikt: een muzische meditatie leveren bij de lezing van de zondag, een gezongen preek. De inhoud ervan verwoordt niet Bach's geloof, maar dat van de gemiddelde gelovige in Leipzig. De uitvoerders waren de knapen (jongens, jongemannen) van de Thomasschool. Zij stonden in voor zowel de zang als de instrumenten, eventueel aanvulbaar met stadsmuzikanten en/of liefhebbers uit de burgerij, passerende virtuozen (op bezoek bij Bach), inwonende leerlingen van Bach, etc... Elke zondag van het kerkelijk jaar klonk deze muziek in Leipzig in één van de twee hoofdkerken (Nicolaikerk of Thomaskerk - op hoogdagen s'ochtends in de ene kerk, s'namiddags in de ander), uitgenomen de vastenperiodes voor Kerstfeest (Advent) en Pasen (de Vasten). De Lutherse traditie hield dus vast aan de oude traditie dat 'het orgel dient te zwijgen' (tacet) en er geen Figuralmusik (kunstige muziek) meer mocht klinken. De laatste zondag-met-cantate voor de vasten was de 7de zondag voor Pasen (zondag 'Quinquagesima' (= de vijftigste, nl. dag voor Pasen). Na deze zondag was het dus soberheid troef in Leipzig, idealiter een tijd van inkeer en boete als voorbereiding op Pasen... en voor een cantor/muziekdirecteur met ambitie plots een zee van tijd om eens met iets bijzonders uit te pakken als die periode voorbij is: een reeks hybride kerstcantates die we nu het Weihnachtsoratorium noemen, of een combinatie van koren/aria's met de klassieke passie-lezing op Goede Vrijdag : de Passionen. Die konden ze zowaar eens repeteren vooraf ! Iets wat er meestal niet of nauwelijks van kwam, omdat er in de rest van het liturgisch jaar gewoon geen tijd voor was.

    wilt u meer achtergrond, die kunt u hier lezen [evocatie: een cantate van zero tot uitvoering in 1 week]

    Introduction générale

    Parallèlement aux grandes Passions que J-S Bach a écrites pour le Vendredi Saint, il a également écrit- selon la nécrologie parue après son décès en 1750 - de la musique d'église pour tous les dimanches et jours de fête de cinq cycles annuels: ce sont les cantates. Environ 2/3 de ce corpus de composition a survécu - près de 200 pièces - la plupart sous forme de manuscrits. Cette production commença avec son installation comme 'cantor de l'école St Thomas' et 'directeur de la musique de la ville' en 1723. La cantate était exécutée après l'évangile et avant la prédication. C'était la participation de Bach à l'explication des Écritures, car là était bien le but de cette forme artistique qui a connu au 18ème siècle un développement brillant: une présentation méditative musicale proche de la lecture du dimanche, une prédication chantée. Lors de chaque dimanche de l'année liturgique cette musique résonnait dans l'une des deux église (St Nicolas ou St Thomas), les longues périodes exceptées qui précèdent la Noël (Avent) et Pâques (Carême). La tradition luthérienne a donc perpétué l'ancienne tradition selon laquelle l'orgue doit se taire et aucune 'Figuralmusik' (musique artistique) ne peut résonner. Le dernier dimanche-avec-cantate avant le Carême était le 7ème dimanche avant Pâques, dimanche de la Quinquagésime ( 50ème jour avant Pâques). Après ce dimanche il y avait donc une soudaine sobriété à Leipzig, idéalement un temps pour l'introspection et la pénitence en préparation à la Pâques… et pour un cantor/directeur de la musique, habité par une certaine ambition, brusquement un large espace de temps pour réaliser quelque chose de spécial pour la suite de cette période: une série de cantates liturgiques que nous appelons à présent Oratorio de Noël, ou un regroupement hybride de lectures de la passion: ce sont les Passions. Cette période permettait en effet de programmer les répétitions nécessaires à une préparation en profondeur, le reste de l'année liturgique ne laissant pratiquement pas de temps pour cela.

    Dick Wursten (dick @ wursten.be)