Uitvoering op 4/12/2016 St. Norbertus (Antwerpen) Antwerps Barok orkest o.l.v. Emmanuel van Kerckhoven.
Uitvoering van de gereconstrueerde
Adventscantate uit Weimar (20/12/1716).
Tekst: Salomon Franck
(Evangelische Sonn- und Fest-tages-Andachten, Weimar/Jena
1717)
Muziek: J.S. Bach (niet as such overgeleverd, maar
het openingskoor en de aria's zijn later
geïntegreerd in de beroemde cantate BWV 147 (met recitatieven en
toevoeging van een gefigureerde koraalbewerking van 'Wohl mir dass
ich Jesum habe - Jesu Joy. Het slotkoraal is simpelweg toe te
voegen met gebruikmaking van de bundel 371 Choralgesänge,
waarin u dan moet zoeken naar een zetting van 'Ich dank dir lieber
Herre'. Het slotkoraal = 6de couplet van dit lied).
De gereconstrueerde tekst vindt u hier met verwijzing naar de aria's uit BWV 147.
homilie bij de Evangelielezing: Mattheüs 3:1-12 (Johannes de Doper) - Dick Wursten
Johannes is een felle. Met zijn priemende
ogen, gehuld in een kamelenharenmantel, zegt hij het establishment
het oordeel aan!
Hij neemt geen blad voor de mond, ontziet
niets en niemand.De geestelijke leiders noemt hij ‘adderengebroed’
en even later krijgt ook koning Herodes de wind van voren.
Johannes de Doper, de profeet. U kunt hem
gaan bewonderen in Het Middelheim beeldenpark. Daar staat hij, tot z’n
essentie herleid door de Spaanse beeldhouwer Pablo Gargallo: de
profeet. Een scherpe figuur, door ascese en hartstocht verteerd.
Ruig en dreigend. Een enorme heftigheid doorzindert het opengewerkte
lichaam. Alle lijnen convergeren, alle kracht wordt gebundeld in het
gebaar van de opgeheven rechterarm en de wijd-open mond.
Je voelt het als je het beeld ziet: Het is
mis, helemaal mis.
En de tijd dringt. Het is urgent: Afgelopen
met de uitvluchten.
De
hoogste tijd, bekeert u, Nù.
Het was 1933, toen Gargallo het beeld maakte en je denkt: profetisch.
Hadden ze maar geluisterd !
En nu? 2016.
Er zijn nog steeds profeten die hun stem verheffen en ons vertellen dat het hoog tijd is voor verandering. En zoals zo vaak met onheilsprofeten: ze hebben een punt. Er is vreselijk veel mis in de wereld, het klimaat, men zegt: het is al bijna 'te laat'. En ook met de (beter: onze eigen) samenleving gaat het helemaal niet goed. Het sociale weefsel is gescheurd, het wantrouwen tussen mensen, groepen mensen vooral, neemt toe. Polarisering en verharding alom.
Enfin, ik hoef het u niet te vertellen. U
kunt zelf de krant ook wel lezen.
Hoog tijd dus voor een totale ommekeer.
Maar daar begint dan precies het probleem.
Zeggen dat het niet goed gaat is
één, daar zijn we het wel ongeveer allemaal mee eens.
Maar over
waar het nu precies
misgaat, en wat je daaraan moet
doen, daarover
verschillen de profeten nogal van mening.
Toch is een juiste diagnose nodig, als je een
kwaal effectief wilt behandelen.
En dan vind ik het te denken geven dat veel
profeten de fout vaak bij ‘de anderen’
leggen. Dìe
moeten zich bekeren, hun levensstijl, hun maatschappijvisie, hun
ideologie, hun geloof veranderen. Zelf blijven ze vaak buiten schot.
Er is veel salonprofetisme in onze tijd.
Enfin, u zit hier niet om naar mij te
luisteren, maar naar het Evangelie. En daar valt me op dat in het
begin ervan precies die spanning wordt gethematiseerd, ik bedoel:
hoe pak je dat nou aan, dat die broodnodige verandering op gang komt…
Je kunt veel van Johannes de doper zeggen,
maar niet dat hij een salonprofeet was.
Hij is een echte, een
‘roepende in de Woestijn’,
een eenzame, die het doorleefd heeft, en het nu zegt, met heel zijn
ziel, zijn lijf en leden. Hij geeft de aftrap. Hij zet de toon van
Advent. Hij drijft de
verwachting ten top, en zet de dingen op scherp.
Om de hoek staat hij klaar, en Hij komt, die
het doen zal, de Messias, En die zal in Godsnaam orde op zaken
stellen, het kaf van het koren scheiden. En verbranden met
onuitblusbaar vuur ! Schoon schip ! De Messias.
Máár
- en dat is de spanning die ik bedoel - als Die dan komt, de
Messias, dan doet hij iets heel anders, of in elk geval:
doet hij het heel
anders dan Johannes had
verwacht. Zo anders, dat Johannes zelfs begint te twijfelen of
‘Hij het wel is, die komen zou’…
U kunt het nalezen in Mattheüs
11.
Jezus trekt zijn profetische gave echter niet
in twijfel. Integendeel. Hij noemt hem de grootste profeet aller
tijden en neemt ook in zijn prediking de boodschap van Johannes
letterlijk over. Het is hoog
tijd! Bekeert u. Nù.
Alleen laat Jezus de opgeheven vinger en de
beschuldigende blik weg.
Over het
Dàt
zijn Johannes en Jezus het eens, over het
Hòe
verschillen ze van mening. Jezus gelooft blijkbaar niet dat die
harde aanpak van Johannes werkt. Die is hem te
‘geweldig’.
Zo breng je Gods Rijk niet echt dichterbij.
De uitstraling van Johanns, zijn
gestrengheid, zijn toon: het kan mensen
wakker schudden. Maar
tegelijk drijft het mensen in de hoek. En mensen die zich bedreigd
voelen, passen hun gedrag wel aan, maar dat is vaak
uitwendig. En op de lange
duur heb je daar niets aan. Integendeel zelfs. Het werkt averechts.
Echt verandering zal door de mensen zelf
gedragen moeten worden, dat wil zeggen: van binnenuit moeten komen.
Kan niet afgedwongen worden.
Dus bij Jezus dus geen donderpreek die je in
het nauw brengt, maar een uitnodiging om in de ruimte te treden en
verantwoordelijkheid te nemen.
Hij werkt niet met dreigementen, maar schenkt mensen vertrouwen, allemaal, niemand uitgezonderd.
Hij laat mensen zich niet klein voelen, maar
hij verheft…
Empowerment
Het is de toon die de muziek maakt.
Jezus probeert mensen te raken, van binnen.
Hij spreekt het gemoed aan.Echte
‘ommekeer’
kan enkel tot stand kan komen als mensen
‘hun mentaliteit’
veranderen, d.w.z. elkaar niet langer veroordelen, mijden, in hokjes
indelen, maar op weg gaan, samen, op zoek naar het goede
leven.Johannes’
ernstige, maar harde oproep tot
‘bekering’
wordt bij Jezus dus omgevormd tot een even
ernstig appèl
op de mensen. Een uitnodiging
om met hem mee te gaan, met hem mee te denken,
‘om te denken’,
hem
‘na te volgen’.
Kortom: zich door zijn levensstijl te laten inspireren. Dan kunnen
de dingen veranderen ten goede, denkt hij. Van binnenuit.
Werkt het ? Ik weet het niet. Het heeft
Jezus z’n
leven gekost. Maar het feit dat we vandaag toch nog met Hem bezig
zijn, zegt toch ook wel iets…
Echte verandering komt dus enkel tot stand
door een telkens hernieuwd inwendig engagement om
‘het goede te blijven zoeken, onafhankelijk van wat er
gebeurt’…
En natuurlijk, dat brengt
ook vruchten voort, die
extern zichtbaar worden.
Het gaat om hart, en mond,
en daden, ja om het hele leven, zoals Salomo Franck glashelder
verwoordde in zijn
‘dichterspreek bij de lezing van deze zondag’.
In al die aspecten zal het
‘vernieuwde innerlijk leven’
aan het licht komen…
En als dat niet zo is, dan was die vernieuwing maar schijn.
Eerst is er de alt, de meest
spirituele van de
menselijke stemmen, zeker als die begeleid wordt door de hobo. Ze
probeert uw ziel te raken. De
muziek klinkt als
één lange bemoediging: Wees niet bang, doe het gewoon ! Ga
ervoor. God zal
’t je lonen. Dat de
tekst in het tweede deel een dreigende ondertoon heeft, wordt
door Bach in de muziek
soeverein genegeerd.
Dan neemt de tenor het over. Dat bent u zelf.
Ondanks de betoverende klank en het bezwerende ritme van de altaria,
twijfelt u nog. Niet aan God, maar aan u zelf. Of u het wel kunt
volhouden, dat experiment
‘om het goede te blijven zoeken, wat er ook gebeurt’.
U vraagt Jezus om hulp. Een aria, klein
bezet, maar muzikaal een pareltje. Ook
dichterlijk bijzonder
geslaagd, als ik daar ook eens op wijzen mag, met z’n
mooie alliteraties en assonanties: Wohl und Weh, in Freud und Leid…
Im Glauben und Gelassenheit. Laat die Salomon Franck maar dichten !
In de derde aria zijn we binnen. Letterlijk.
De sopraan, dat is uw ziel,
neemt het woord. Ze speelt de bal terug. Ze vraagt of Jezus zèlf
‘de weg wil bereiden’
en intrek wil nemen in haar hart. De mystieke beeldspraak van bruid
en bruidegom uit het Hooglied speelt op de achtergrond mee en de
triolen van de obligate viool omcirkelen verliefd de tekst.
En dan volgt er zoiets als een wereldpremière.
De muziek van de basaria uit de cantata BWV 147 (Jesujoy),
Ich will von Jesu Wundern
singen….
wordt vandaag terug verenigd met z’n
oorspronkelijke tekst. U zult horen hoe goed die twee bij elkaar
passen.
De tromba speelt de hoofdrol en het
‘signaal-achtige’
thema past perfect bij de inhoud. En aan het eind van de tekst voel
je dat het in Weimar, 300 jaar geleden, al 4de advent was
in.
‘het feest van het licht staat voor de deur’.
Hoe troostrijk is het om dat weer te vieren, juist als de tijden donker zijn. Amen.