Home cantates varia biografie

 

BWV 42: Der Friede sei mit euch

De twee punten van Thomas...

[BWV42, StNorbertus, 20130407] -- zie ook BWV 67

 

Ja, daar sta je dan als ongelovige Thomas.

Je weet dat je een punt hebt, maar je kunt het niet maken…

 

Immers: tegen zoveel enthousiasme kun je niet op. Jezus was gekomen, zomaar opeens, uit het niets, door de gesloten deur, en Hij had hen gezegend. ’t Was geweldig geweest, zo mooi.

En Thomas hoort wel wat ze zeggen, hij begrijpt die woorden ook, maar hij kan er niets mee. Hij was er immers zelf niet bij geweest, had het niet meegemaakt en kan het dus niet meemaken, wat zij daar allemaal zeggen.

Natuurlijk zou Thomas wel willen dat ze gelijk hadden - wat zou er mooier zijn dan dat! -  maar: dood is dood. Je moet jezelf niet voor de gek houden en een wensdroom voor werkelijkheid nemen.

 

Dus, ja, daar sta je dan, als ongelovige Thomas.

Je weet dat je een punt hebt, maar je kunt het niet maken.

 

Thomas is een nuchter mens. Hij staat met beide benen op de grond, ook in geloofszaken. Hij slikt niet zomaar alles. Hij laat zich geen knollen voor citroenen verkopen.

Ik vind ook dat hij een punt heeft. Zijn houding lijkt me niet onverstandig.

Er wordt zoveel los beweerd, onbewezen verkondigd, of geschreven.

En echt niet alleen vanuit sektes, esoterische bewegingen of andere godsdiensten.

Neen: ook de christelijke propaganda - soms te goeder trouw, maar ook die wel eens te kwader trouw - doet soms aan ‘verkoop van knollen voor citroenen’.

 

Een zekere vorm van ongeloof, een dosis skepsis, lijkt me goed voor de geestelijke  gezondheid. Beproeft alle dingen... en behoudt het goede. zegt de apostel Paulus later,

Amen, zou Thomas zeggen.

 

Het heeft te maken met eerlijkheid. Emotionele toestanden, op hem inpraten, dat pakt niet bij hem. Hij voelt wat hij voelt. Hij weet wat hij weet. En de dingen zijn nu eenmaal zoals zijn, ook als ze onaangenaam zijn. Op het terrein van het geloof valt er niets te dwingen…

 

En dat heeft zo z’n gevolgen, want z’n vrienden blijven maar jubelen: Echt Thomas, echt, we hebben de Heer gezien…Geloof het nou toch! Dan wordt het hem allemaal teveel:

Indien ik in zijn handen niet zie het teken der nagels

 en mijn vinger niet leg in de plaats der nagels

en mijn hand niet steek in zijn zijde,

zal ik geenszins geloven. (v 25)

 

En gelijk heeft hij ! Men moet zich geen knollen voor citroenen laten verkopen !

 

En nu is het een week later…  

En weer zien ze Christus verschijnen en deze keer is Thomas er wel bij en ook hij ziet het… En Jezus gaat recht op z’n doel af. Na de vredegroet spreekt hij Thomas aan en de door hem gestelde eis wordt zonder meer ingewilligd. Hij wordt uitgenodigd de realiteit van de opgestane te controleren. Zien mag, aanraken ook.

Wees niet ongelovig, maar gelovig, Thomas, zegt Jezus !

En daar gaat Thomas door de knieën en roept het uit: Mijn heer en mijn God !

Waarop Jezus besluit: Zalig zij die niet gezien hebben en toch geloven...

 

Is hij te vroeg door de knieën gegaan, zoals Johan Braeckman en Maarten Boudry in hun zeer lezenswaardig boek schrijven?

 

Ja en nee. Vanuit het perspectief van een wetenschappelijk onderzoeker wel.

En er zijn nog 1001 verklaringen te vinden die aannemelijk maken dat mensen denken, echt menen, dat ze iemand zien, die er niet is, juist in groepsverband, en juist onder grote emotionele stress.

En ja, nog steeds blijf ik zeggen: Op het terrein van geloof valt niets te dwingen ! Dus blijf nuchter en als je niet overtuigd bent, dan maar niet. Het sacrificium intellectus wordt niet van de mens gevraagd… al was het alleen maar om de doodeenvoudige reden dat God de mensen dat kritische vermogen heeft gegeven. Dat moeten we dus gebruiken. Ook als gelovigen. Anders gezegd: Onzin vertellen, of doen alsof je gelooft, is ook een belediging van de Schepper.

 

Dus ja, ze hebben gelijk, maar tegelijk ook niet.

Door zo op dat ene punt van ‘wat is daar nu precies gebeurd’ te blijven hameren,  missen ze de pointe van het verhaal.

 

Niet alleen de ongelovige Thomas heeft een punt,

ook de gelovige Thomas heeft een punt !

 

Namelijk dit: rationele argumentatie heeft z’n plaats, ook in het geloof, maar moet ook zijn plaats kennen. Het redenerende en onderzoekende verstand weet veel, maar nu ook weer niet alles, en zeker niet alles van alles:

Le coeur a ses raisons, que la raison ne connait pas, wist de wetenschapper Pascal al.

En dat had dan te maken met het aanvoelen van ‘tere zaken’, fijngevoeligheid (‘esprit de finesse’),  morele sensitiviteit: hoe kostbaar is een kwetsbaar mens, de oneindige waarde van een straaltje zon, de lach van een kind, een bloem.

 

Afin, daarover kun je moeilijk praten, dat wordt al gauw sentimenteel (dichters heb je daar voor nodig). Je moet dat een aanvoelen.

 

En de tijd ontbreekt ook om daar verder op in te gaan.

 

Laat ik het zo samenvatten:

Naast een gezonde dosis skepsis (punt 1), kan het ook geen kwaad om af en toe eens verwonderd door de knieën te gaan  (punt 2) en dankbaar te aanvaarden wat het leven je geeft, ook al begrijp je het niet.

 

Vrede zo noemt Johannes het, wel driemaal schenkt Jezus het zijn discipelen: shalom, dat is de vrede, die alle verstand te boven gaat, die mensen de innerlijke kracht geeft om door te gaan, ook als van buitenaf alles tegenslaat; die mensen opnieuw laat beginnen, ook als de wereld instort.

Het verhaal van Jezus gaat door ook nadat men hem het zwijgen heeft opgelegd.

Ook na z’n dood is Hij niet uitgeteld (uitverteld) zolang/omdat mensen na een ‘kruisweg’ opstaan en doorgaan met leven.

 

Nu ben ik bij de cantate van Bach. Want de tekstschrijver focust helemaal op dat ene aspect. Hij komt niet verder dan het eerste vers van de lezing… De deuren zijn gesloten, er heerst angst. En dan is Jezus is er, toch.

Met het reciteren van dat bijbelvers begint de cantate, kort maar bijzonder fraai recitatief [sfeer]. In de bijbeltekst volgt op die eerste zin dan de ‘vredegroet’ van Jezus.

 

Je kunt deze cantate eigenlijk het best begrijpen/ondergaan als één lange muzikale vertolking van die vredegroet. De tekst omschrijft wat die vrede doet, maar de muziek doet meer: die schenkt u die vrede.

 

Eén tip: Gebruik de instrumentale sinfonia aan het begin om uw hoofd leeg te maken… en als dan het recitatief voorbij is en de eerste aria begin, vergeet dan alles, ook de tijd en laat het over u komen… onderga die hele mooie, lange eerste aria… als een klein kind dat net een prachtig geschenk heeft gekregen en er niet genoeg van krijgen:  Nog een keer, nog eens die melodie, nog eens die inzet, nog eens dat lieflijke figuurtje van de hobo’s [zwei oder drei: triolen] en dan nog eens….

En droom gerust weg… laat de vrede over u komen….

 

En als die aria dan gedaan is, ach, dan brengt de rest van de cantate u langzaam weer terug in de realiteit. Dan zijn er ook wel weer korte momenten waarin de vijanden woeden [wüten], en je op de loop moet gaan [Verfolgung] voor het kwaad, maar de herinnering aan de vrede die u muzikaal is medegedeeld die beschermt u als een schild [wie ein Schild].

 

Moge de vrede van God die alle verstand te boven gaat, uw harten en zinnen bewaren van nu aan tot in eeuwigheid, Amen.

 

P.S.

exegetisch noot: Wees gelovig, zegt Jezus. Er staat een vorm van het werkwoord ‘zijn’ en dat wordt verbonden met het woord ‘gelovig’ (predikaat). Die grammaticale eigenaardigheid zegt precies waar het om gaat: Het gaat om een vorm van ‘zijn’, een innerlijke houding, een bestaanswijze, een levenswijze, een ethos, een attitude, die gekwalificeerd moet worden als ‘gelovig’ geloven = vertrouwen): faith, fiducie.

Zo bezien is het niet het meest doorslaggevende dat een gelovige een aantal dogma’s voor waar houdt, aanvaardt (fides quae = hebben), maar dat een gelovige iemand is die op een vertrouwensvolle/betrouwbare manier in het leven staat, door het leven gaat (fides qua = zijn)

 

Home cantates varia biografie


Dick Wursten (dick@wursten.be)