The Song of Songs and Bach
Below some texts from the Song of Songs, often quoted in
christian mysticism. This selections mirrors
BWV 140
De meest gebruikte teksten/beelden uit het Hooglied. De selectie is
gemaakt op grond van de tekst van BWV 140
Algemene achtergrond (bruidsmystiek) / general background Bach's
mysticism
Extracts from the Song of Solomon
|
Extracten uit het Hooglied
|
ch. 2
Woman:
3 Like an apple tree among the trees of
the forest
is my lover among the young men.
I delight to sit in his shade,
and his fruit is sweet to my taste.
4 He has taken me to the banquet hall,
and his banner over me is love.
5 Strengthen me with raisins,
refresh me with apples,
for I am faint with love.
6 His left arm is under my head,
and his right arm embraces me.
|
H. 2
vrouw:
3 Als een appelboom onder de bomen des
wouds,
zo is mijn geliefde onder de jonge
mannen.
In zijn schaduw begeer ik te zitten
en zoet is zijn vrucht voor mijn
verhemelte.
4 Hij heeft mij gebracht naar het
wijnhuis
en zijn banier over mij was de liefde.
5 Sterkt mij met rozijnenkoeken,
verkwikt mij met appels,
want ik bezwijm van liefde.
6 Zijn linkerarm is onder mijn hoofd
en zijn rechterarm omvangt mij!
|
7 Daughters of Jerusalem,
I charge you by the gazelles and by the
does of the field:
Do not arouse or awaken love
until it so desires.
|
7 Ik bezweer u, dochters van Jeruzalem,
bij de gazellen of bij de hinden des
velds:
wekt de liefde niet op en prikkelt haar
niet,
vóórdat het haar behaagt |
8 Listen! My lover!
Look! There he comes,
leaping across the mountains,
bounding over the hills.
9 My lover is like a gazelle
or a young stag.
Look! There he stands behind our wall,
gazing through the windows,
peering through the lattice.
10 My lover spoke and said to me,
"Arise, my darling,
my beautiful one, and come with me.
11 See! The winter is past;
he rains are over and gone.
[…]
16 My lover is mine and I am his;
he browses among the lilies.
> Luther:
der unter Rosen weidet : he that
feedeth among roses
17 Until the day breaks and the shadows
flee,
turn, my lover, and be like a gazelle
or like a young stag on the rugged
hills.
|
8 Hoor - mijn geliefde!
Zie, daar komt hij,
springend over de bergen,
huppelend over de heuvelen.
9 Mijn geliefde is als een gazel
of het jong van een hert.
Zie, hij staat achter onze muur,
kijkend door de vensters,
spiedend door de traliën.
10 Mijn geliefde spreekt tot mij:
Sta toch op, mijn liefste,
mijn schone, en kom.
11 Want zie, de winter is voorbij,
de regen is over, verdwenen.
[....]
16 Mijn geliefde is van mij en ik ben
van hem,
die te midden der leliën weidt,
> Luther: rozen i.p.v. leliën
17 tot de avondwind waait en de schaduwen
vlieden. Wend u hierheen, en doe als de gazel, mijn
geliefde, of als het jong van een hert op de gekloofde
bergen.
|
Ch. 3
at night:
1 All night long on my bed
I looked for the one my heart loves;
I looked for him but did not find him.
2 I will get up now and go about the
city,
through its streets and squares;
I will search for the one my heart loves.
So I looked for him but did not find him.
3 The watchmen found me
as they made their rounds in the city.
"Have you seen the one my heart loves?"
4 Scarcely had I passed them
when I found the one my heart loves.
I held him and would not let him go
till I had brought him to my mother's
house,
to the room of the one who conceived me.
|
H. 3:
’s nachts
1 Op mijn legerstede des nachts
zocht ik mijn zielsbeminde;
ik zocht hem, maar ik vond hem niet.
2 Ik wil opstaan en rondgaan in de stad,
op straten en pleinen
en mijn zielsbeminde zoeken;
ik zocht hem, maar ik vond hem niet.
3 De wachters, die in de stad hun
ronde deden,
troffen mij aan;
,,Hebt gij ook mijn zielsbeminde
gezien?''
4 Nauwelijks was ik hen voorbijgegaan,
of daar vond ik mijn zielsbeminde.
Ik greep hem vast en wilde hem niet
loslaten,
totdat ik hem gebracht had in het huis
van mijn moeder,
in de kamer van haar die mij gebaard
heeft.
|
5 Daughters of Jerusalem,
I charge you by the gazelles and by the
does of the field:
Do not arouse or awaken love
until it so desires.
|
5 Ik bezweer u,
dochters van Jeruzalem,
bij de gazellen of bij de hinden des
velds,
wekt de liefde niet op en prikkelt haar
niet,
vóórdat het haar behaagt. |
Ch 8
longing
1 Oh, if only you were to me like a
brother,
who was nursed at my mother's breasts!
Then, if I found you outside,
I would kiss you, and no-one would
despise me.
2 I would lead you
and bring you to my mother's house —
she who has taught me.
I would give you spiced wine to drink,
the nectar of my pomegranates.
3 His left arm is under my head
and his right arm embraces me.
|
H. 8
verlangen
1 Och, waart gij als mijn broeder,
aan de borst van mijn moeder gezoogd!
Vond ik u dan buiten,
ik kuste u en niemand zou mij daarom
laken.
2 Ik zou u leiden,
ik zou u brengen naar het huis van
mijn moeder,
die mij opvoedt;
van geurige wijn zou ik u te drinken
geven,
van de jonge wijn mijner granaatappelen.
3 Zijn linkerarm is onder mijn hoofd
en zijn rechterarm omvangt mij.
|
4 Daughters of Jerusalem,
I charge you: Do not arouse or awaken
love
until it so desires.
|
4 Ik bezweer u, dochters van Jeruzalem,
waarom wilt gij de liefde opwekken en
prikkelen, vóórdat het haar behaagt?
|
5 Who is this coming up from the desert
leaning on her lover?
Under the apple tree I roused you;
there your mother conceived you,
there she who was in labour gave you
birth.
6 Place me like a seal over your
heart,
like a seal on your arm;
for love is as strong as death,
its jealousy unyielding as the grave.
It burns like blazing fire,
like a mighty flame…
|
5 Wie trekt daar op uit de woestijn,
leunend op haar geliefde?
- Onder de appelboom wekte ik u,
daar ontving u uw moeder,
daar ontving zij, die u baarde.
6 - Leg mij als een zegel aan uw hart
als een zegel aan uw arm.
Want sterk als de dood is de liefde
onverbiddelijk als het rijk van de doden
de hartstocht, haar vlammen zijn vuurvlammen,
een vuurgloed des HEREN |
New International Version (NIB) |
Nederlands Bijbelgenootschap.
vertaling1951 (NBG) |
|