|
||||||||||||||||||||||||||
BWV 70a: Wachet, betet
vioolpartij van het 7-stemmig slotkoraal: op weg naar de hoge C/do).
EVANGELIELEZING Lucas 21, 25-36
in die tijd zei Jezus tot zijn leerlingen: „Er zullen tekenen zijn aan zon, maan en sterren en op de aarde zullen de volkeren in angst verkeren, radeloos door het gebulder van de onstuimige zee. de mensen zullen het besterven van schrik, in spanning om wat de wereld gaat overkomen. Want de hemelse heerscharen zullen in verwarring geraken, dan zullen zij de Mensenzoon zien komen op een wolk, met macht en grote heerlijkheid.” [...] „Wanneer zich dit alles begint te voltrekken, richt u dan op en heft uw hoofden omhoog want uw verlossing komt nabij.” „Zorgt ervoor dat uw geest niet afgestompt raakt door een roes van dronkenschap en de zorgen van het leven; laat die dag u niet onverhoeds grijpen als in een strik; want hij zal komen over alle mensen, waar ook ter wereld. Weest daarom altijd waakzaam en bidt dat ge in staat moogt zijn te ontkomen aan al die dingen die zich gaan voltrekken, en dat ge stand moogt houden voor het aangezicht van de Mensenzoon.”
Preek Lk 21:25-36 – Bachcantate 70a (Wachet, betet) of ga
meteen naar de toepassing in de cantate
---
02/12/2012, St Norbertus [voor de versie uit 2021, met evocatie van Salomon Franck, klik hier]
Beste mensen, ik zal het maar eerlijk opbiechten, ik zat wat verveeld met de evangelielezing van vandaag. Moet dat nou? Tekenen aan de zon, maan, sterren, kolkende zeeën, schrik die op de volken valt en de mensenzoon komend op een wolk, Apocalyps now, Judgment day … Al dat angstaanjagende gedoe. De kerk heeft daar in het verleden al veel te veel mee gemarchandeerd… En: Is er ook zonder dat, al niet angst genoeg in de wereld?
Kunnen we het in de kerk niet over het gewone leven hebben? complex misschien, maar wel reëel, en wonderlijk, en vooral menselijk…
Maar ja, anderzijds, dat zou ook wel een beetje de ‘kop in t zand steken’ zijn. Het einde van de wereld, de maya-kalender die afloopt, een meteoriet die op ramkoers met de aarde is… zulke verhalen zijn viraal, je krijgt ze niet weg. Rampenfilms zijn blockbusters en het kan niet vergezocht-genoeg zijn.
Dat is niet alleen omdat ze spectaculair zijn… Ze raken een gevoelige snaar. Dat gevoel dat “het zou kunnen gebeuren” is genoeg. Het kan dat de wereld vergaat. Dat is geen rare gedachte. Daar heb je zelfs geen buitenaards complot of een meteoriet voor nodig, we kunnen het sinds midden vorige eeuw gewoon zelf: Ondanks de afbouw van ons nucleair wapenpark kunnen we onze planeet nog steeds vele malen totaal vernietigen - of sluipend, slopend via global warming…
Niet zozeer de realiteit van alle dag jaagt ons angst aan, maar de potentialiteit is het die ons benauwen kan. wat kan gebeuren, wat zou kunnen gebeuren… De mens lijdt het meest door ’t lijden dat hij vreest… wist de dichter al.
En elk ongewoon fenomeen is blijkbaar genoeg om dit gevoel te triggeren: ze worden netjes opgesomd in ons Schriftgedeelte: iets met de zon, of andere hemellichamen, natuurrampen, elders in ditzelfde hoofdstuk: oorlogen, grote internationale conflicten.. en – maar dat staat niet in de bijbel – zoiets onbenulligs als een kalender die op z’n eind loopt.
Wat moeten we daar dan mee doen ? Wel: waar de angst over reële zaken gaat moeten we die serieus nemen. We zijn verantwoordelijk voor de toekomst van onze planeet… Tegelijk moeten we ook beseffen: Angst is een slechte raadgever. Het leidt tot fixaties, tunnelvisie, en onverstandige reacties, overreacties….
En – daar blijkt het ook in de lezing eigenlijk over te gaan. Het klinkt u misschien ongeloofwaardig in de oren, maar ik kan u verzekeren dat de hoofdboodschap van Lukas 21, zeker als we het in z’n geheel zouden lezen, een oproep is tot nuchterheid: (8,9) Jezus zei: ‘Let op, laat je niet misleiden. Want er zullen velen komen die mijn naam gebruiken en zeggen: “Ik ben het,” of: “De tijd is gekomen.” Volg hen niet! Als jullie berichten horen over oorlog en opstand, raak dan niet in paniek. Die dingen moeten gebeuren, maar dat is het einde niet…’ En Lukas denkt hier duidelijk aan de hele toestanden rond de Joodse opstand eind jaren 60 en de verwoesting van Jeruzalem door Titus in 70: wat een gruwel moet dat geweest zijn, gans Israel in shock incl. de denominatie der christenen. En ook in ons gedeelte overheerst de oproep om temidden van ineenstortende werelden het hoofd koel te houden, nuchter te blijven, waakzaam…, alert. Daarom is het wrang dat sommige christelijke groepen er duidelijk wel door gefascineerd zijn en ermee aan de haal gaan en ook anderen het hoofd op hol brengen.
Dan liever Salomon Franck, die voor zijn cantatetekst die twee woorden naar voren haalt: Wachet, betet… en ze herhaalt: betet, wachet:
Weest waakzaam en bidt…
Weest waakzaam: het griekse woord dat hier staat, is een eigenaardig woord. Het is een samenstelling van ‘hupnos’ (slaap, hypnose) en een negativum ervoor (agrei-hupnoo)... Dus eigenlijk: raak niet gehypnotiseerd, gebiologeerd door de dingen die er om je heen gebeuren. hoe fascinerend ze ook lijken. Je raakt ervan in de ban en dat is niet goed.
Waakt: Break the spell, doorbreek de betovering… Wordt wakker, doe je ogen open, … en zie de dingen zoals ze zijn.
Dat is niet slechter dan ze zijn (angst vertekent), maar ook niet mooier dan ze zijn (zoals in een droom).
Aanschouw m.a.w. de werkelijkheid. Zie die onder ogen. Houd jezelf niet voor de gek… loop jezelf ook niet voorbij. Laat je hoofd niet op hol brengen,… en dommel ook niet weg. Wees waakzaam, alert, te allen tijde…
En bidt… Bidden, dat is dan de geestelijke oefening die hierbij hoort, de concentratie om temidden van het woeden der gehele wereld rustig te blijven, stil te staan, de kern van de zaak op te zoeken, hoofd en bij-zaken onderscheiden… Bidden, dat is je leven bezien vanuit een groter, hoger perspectief dan je dagdagelijks hebt, verder kijken dan je neus lang is, hoofd, hart, verstand en gevoel bij elkaar brengen. Bidden is je keren tegen de hypnotische kracht die het dagelijks leven, met z’n zorgen en begeerten, met z’n verlangens en z’n angsten… kan hebben Bidden dat is – met waken samen – je verzetten tegen de waan van de dag, tegen de roes van het voorthollende leven.
Alleen zo – wakend en biddend – kun je met beide benen op de grond blijven, nuchter door het leven gaan, zorgvuldig handelend, de mensen en dingen nabij, ze noemend bij hun werkelijke naam, ze waarderend als wat ze zijn...
Alleen zo kun je voor de Mensenzoon verschijnen... , alleen zo blijf je staande… in dit hectische leven.
De leer van de laatste dingen is eigenlijk gewoon een manier om de huidige dingen scherper te kunnen waarnemen, naar hun essentie. Zo zagen ze dat in Bach’s tijd trouwens ook.
Enkel in Aria nr. 4 (bas) zult u de wereld letterlijk in elkaar horen storten, verder gaat het vooral om die geestelijke oefening om de juiste weg door het woelige leven te vinden.
Je merkt het al meteen in het begin: er wordt spanning opgebouwd, een gevoel van verwachting gekweekt in het openingskoor. Bijna een minuut lang mogen de instrumenten dat doen (het lijkt wel een Brandenburgs concert) en dan vlecht Bach tussen die instrumentale ritornello’s de twee kernwoorden in, die de dichter Salomon Franck naar voren haalt: Wachet, betet…betet wachet Wachet : Het eerste is een vertikale beweging... wachet … de trompet blaast het ‘réveil’, wordt wakker, keer op keer, waakt, blijf bij de zaak… Zet je in om ‘de dingen werkelijk waar te nemen. Betet: En bij het tweede woord, betet, is er een langaangehouden horizontale spanning… Betet/ Die concentratieoefening waar ik het over had, zal ik maar zeggen, om staande te blijven. te verwijlen als alles woelt en woedt.
En dan mag de alt het al meteen komen uitleggen in de eerste aria… waarover het gaat. Twee bijbelse plaatsnamen schetsen de gevaren van het leven waar de mens uit weg moet zien te geraken door waakzaam te zijn en te bidden enerzijds de slavernij aan de waan van de dag: weg uit Egypte…anderzijds de roes die ontstaat als je enkel je begeerte volgt: Sodom…Zo ging men met apocalyptische stukken om in Bach’s tijd, men moraliseerde ze.
En van dan af gaat de weg opwaarts, ten hemel toe… qua tekst, maar ook qua muziek. De eerst aria was nog in la-klein , de tweede is in mi-klein, de derde in Sol-groot en de laatste in Do-groot, de grondtoon waarmee het koor begon en eindigt. Eigenlijk wordt in de tweede aria door Franck niet veel meer gedaan, dan de bijbeltekst verdichten tot poezie. Hij citeert bijv. ook een woord van Christus dat het lectionarium heeft overgeslagen: ‘Al zouden hemel en aarde vergaan, mijn woorden blijven immer bestaan’…
Wat de derde aria betreft: wel een hoogtepunt in het oeuvre van de jonge Bach (begin dertig) De tekst is ook bijzonder mooi. Met de evangelielezing wordt de gelovige nu opgeroepen om zijn ‘hoofd op te heffen’ De verlossing is immers nabij… en inderdaad. Weg uit Egypte, ontkomen uit Sodom wenkt aan de horizon Eden, het paradijs. Bach’s muziek krijgt Italiaanse kleur. En dat is niet zo vreemd, want in die tijd bestudeerde hij – net als Handel trouwens – heel nauwkeurig hoe die Italianen (Vivaldi, Marcello) dat toch deden: zingen, begeleid door violen, dynamisch stuwend en toch altijd cantabile…
Over de laatste aria zal ik niet veel zeggen: geef u over aan de rust .. molto adagio … De bas bezingt wat een ‘zalige verkwikking’ hem in Eden is bereid en hoe hij tot rust komt in het huis met de vele woningen… Het ineenstorten der wereld ‘verkleint’ tot een intermezzo.
Waarop tenslotte zevenstemmig (kan het volkomener) het slotkoraal ons toezingt welk een rijkdom het leven is als je je niet laat hypnotiseren door de waan van de dag, maar wakker blijft… en bidt, of in één woord: dichtbij Jezus blijft.
* = originele tekst van de cantate uit 1716. De zin in aria 4 zal ook in Weimar al overgeslagen zijn door Bach, vermoed ik (de muziek klopt). Nochtans vreemd, deze omissie, want qua zinsopbouw en gedachtengang is ze nodig. Een slordigheidje dus...
|
||||||||||||||||||||||||||
|