Hieronder vindt u de tekst van de verjaardagscantate die Bach schreef voor Leopold von Köthen (1718, jarig eind november, uitvoering 10 december (tenminste volgens de tekstdruk): groot feest in Köthen?). De tekst is bewaard en van de hand van Christian Friedrich Hunold (1680-1721), een toen zeer gevierd dichter, librettist (opera's Telemann, Fasch), en auteur van de eerste Duitste roman. En passant ook nog de uitvinder van het 'Passie-oratorium' (1704, een niet kerkelijk initiatief van Hunold en Krieger (componist), trendsettend voor de grote Passies zoals wij die van Bach kennen, maar dus eigenlijk een theatraal oratorium voor buiten de kerk. Dit initiatief heeft ook nogal wat stof doen opwaaien. Maar dat is een ander verhaal. Bach heeft 6 seculiere cantate-teksten van Hunold getoonzet. En de muziek van dit 'Lang zal onze vorst leven!' hergebruikt voor een Paascantate in 1724 (2de Paasdag, BWV66. Onderzoek door Fr. Smend, Bach in Köthen, Berlin 1951).
Het onderhavige werk "Das Frohlockend Anhalt" - serenata (zie hieronder voor een afbeelding van de tekst) is een dialoogcantate tussen twee allegorische figuren: FAMA (godin van de roem) en 'Glückseligkeit Anhalts' (=de gelukkige gevoelens die de onderdanen van de jarige vorst jegens Leopold koesteren, jaja). Deze beide stemmen versterken elkaar, sporen elkaar aan. Hier zit een frictie met de kerkelijke cantate omdat dezelfde dialoogmuziek middels de personificaties 'Hoop' en 'Vrees' daar twee contrasterende gevoelens moet uitdrukken: Die spanning komt dus niet uit de verf. NB: Hoop en Vrees zijn de personae in 1735 (de enige partituur die is overgeleverd). In de tekstdruk uit 1724 (Uraufführung van de geestelijke cantate) zijn het 'Zuversicht' en 'Schwachheit'. De dialoog past overigens wel aardig bij evangelielezing over de Emmaüsgangers. Verder geldt dat bepaalde muzikale keuzes (m.n. affecten, Tonmalerie) logisch zijn als je de originele tekst bekijkt, maar in de lucht blijven hangen in de geestelijke versie. Bijv. het begin van het Andante van het openingskoor (eigenlijk dus het slotkoor - vuurwerk, na afloop, zo stel ik me voor, echte vorstelijke verjaardag), waar staat Ach Himmel wir flehen.... wat Bach dan ook in de muziek heeft uitgedrukt. De geestelijke parodie heeft het echter op die plaats over het 'verjagen van de droefheid'. Eens je het weet, snap je waarom die muziek hier zo 'smekend klinkt' ipv 'verjagend'.
Wilt u de originele serenade horen, dan is die te beluisteren op youtube: NB: dat is dus een reconstructie op grond van de muziek van de BWV66. De partituur van BWV66a is niet overgeleverd, enkel de tekst. Rechts de delen uit BWV 66 (zoals u ziet: de nrs. 3, 4, 5 en 1). De recitatieven zal Bach wel nieuw gecomponeerd hebben, vermoed ik.
|
|
|
|
|
|
Fama, Glückseligkeit |
1724 Zuversicht, Schwachheit |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
Glückseligkeit |
|
|
|
|
||
|
Glückseligkeit
Leopold lebet, in welchem wir leben |
3.
(bas) |
|
|
|
||
|
Fama
|
4.
|
|
|
|
||
|
Fama, Glückseligkeit |
5.Duet:
Hoffnung, Furcht} |
|
|
|
||
|
Glückseligkeit |
|
|
|
|
||
|
Fama |
|
|
|
|
||
|
Glückseligkeit |
|
|
|
|
||
|
Glückseligkeit |
1. Koor
|
afbeelding van de tekst uit een verzameldruk van Hunold's gedichten.
Dick Wursten (dick@wursten.be)