Nederlands
In 1934 bezocht een Lutherse predikant
tijdens de Synode van zijn kerk (Missouri Synode, Luthers) zijn
familie in Frankenmuth. Zijn gastheer toonde hem een oude Duitse
bijbel met Luthers commentaar (editor A. Calov), die zijn grootvader
(Ludwig Reichle) ergens rond 1840 op de kop zou hebben getikt in
Philadelphia. De predikant herkende de handtekening van Bach
rechtsonder op de titelpagina. Hij nam het exemplaar mee, en als
snel werd duidelijk dat dit echt Bach's bijbel was. Bij navraag
bleken ook de 2 andere delen (folianten) nog bewaard. Zij lagen op
zolder. De verrassing was dat er allerlei onderstrepingen
en zelfs kanttekeningen in stonden. Eerst was er onduidelijkheid
over het auteurschap (gevoed ook door de eerste serieuze publicatie
hierover in 1969 (Trautmann)), maar technisch-wetenschappelijk onderzoek
m.n. van de inkt gaf uitsluitsel (in de jaren 1980!): ze waren wel degelijk van Bach. Het bijzonderste van deze aantekeningen is, dat ze
niet bedoeld waren voor publicatie, maar echt 'privé'. De kans dat
hier Bach dus echt laat zien wat hij dacht is groot. Opvallend
zijn een drietal opmerkingen in de kantlijn van
1Kronieken-2Kronieken. Ze hebben alle drie te maken met de organisatie
van de tempelliturgie en verraden Bach's visie op de rol van de
kerkmuziek èn ook zijn 'zelfbeeld'. Ik behandel die op drie aparte
pagina's: Calov
1,
2,
3
De overige onderstrepingen en
opmerkingen verraden vooral een hoge opvatting van Gods
Voorzienigheid (Gottes Regiment), en dat een christen dus alle
tegenslag en tegenwerking in geloofsvertrouwen moet (ver)dragen.
'Wie maar de goede God laat zorgen...'. Ook de overtuiging dat een mens
te allen tijde 'zijn ambt en plicht' getrouw moet verrichten, zelfs
als hij wordt tegengewerkt (dit vooral in Luthers commentaar op
Prediker en de Bergrede onderstreept). Dit wordt gecombineerd met een
sterke gevoeligheid voor wantoestanden in heer/knecht verhoudingen,
een doorprikken van blasé gedrag. Oh ja:
altijd interesse in getallen, geldsoorten, genealogie, geografie,
grondstoffen etc... en gewoon ook heel veel correcties (van
drukfouten)
Calov 1 (Dieses Capitel ist das wahre Fundament)
Calov 2 (ein herrlicher Beweys)
Calov 3 (Bey einer andächtig Musiq)
English
In 1934 a Lutheran pastor discovered visited was shown a volume
of the Bible in which he recognized Bach's signature on the title
page The other two volumes in his attic, relating that his family
had purchased them in the 1830s, in Philadelphia. In October 1938,
Reichle donated the three volumes to the Concordia Seminary Library
in St. Louis, Missouri. Only after the upheavals of World War II,
however, did this Bible become known to Bach scholarship. The Calov Bible is in
three volumes, each signed on its main title page by J. S. Bach, who
followed his signature with the date, 1733. The
volumes contain 348 underlinings, marks of emphasis, and marginalia
in Bach's hand, an attribution that has been proven by handwriting
analysis and chemical analysis of the ink. In
many instances Bach was correcting typographical or grammatical
errors.
Three of Bach's more important annotations are in proximity
to sections/chapters in the books of the Chronicles, where the
institution of the office of the temple-singers is
described. I reproduced and commented these three entries on
separate pages (in Dutch).
Dick Wursten (dick@wursten.be)